Ik heb jarenlang een eigen tandartspraktijk in Enschede gehad. In 2004 heb ik die verkocht en werd ik directeur van de jeugdtandverzorging in Enschede. Verder was ik vele jaren voorzitter van de Nederlandse Vereniging Instellingen Jeugdtandzorg (NVIJ). In die functie was ik een echte ‘vergadertijger’ en had ik veel contact met stakeholders, zoals het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Inmiddels geniet ik van mijn pensioen. Maar dat wil niet zeggen dat ik stilzit.
Hele andere tak van sport
In 2019 werd ik lid van het verantwoordingsorgaan van SPT. Een hele andere tak van sport dan ik als tandarts gewend ben natuurlijk. Maar ik vind het leuk om met cijfers bezig te zijn. Dat is ook wel nodig voor een functie zoals deze. We vergaderen als VO één of twee keer per maand. Ook zitten we regelmatig om tafel met het bestuur van SPT en de raad van toezicht. Dat verloopt altijd in een zeer goede sfeer.
We vullen elkaar goed aan
Na het plotselinge overlijden van VO-voorzitter Daan Ypkemeule werd ik benoemd tot voorzitter. Dat was wel even wennen. Ook omdat de twee andere leden, Wilma van Beers en Mees van de Lagemaat, pas net in het VO zaten. Maar we waren al snel goed op elkaar ingespeeld. We vormen een goed team en kunnen de voor- en nadelen van besluiten goed tegen elkaar afwegen.
Bestuur beoordelen en adviseren
Als VO vertegenwoordigen we de deelnemers van het fonds. Vanuit die rol beoordelen we het beleid van het bestuur en de uitvoering daarvan. Ook geven we gevraagd en ongevraagd advies aan het bestuur. We kijken daarbij of het bestuur de belangen van alle deelnemers op een evenwichtige manier afweegt bij besluiten. Daarom is het zo fijn dat we al vroeg worden meegenomen in de besluitvorming. We weten precies wat er speelt, waardoor we onze taak goed en efficiënt kunnen uitvoeren.
Scenario’s voor het nieuwe pensioenstelsel
De komende tijd wordt heel spannend voor SPT en ook dus ook voor het VO. Door de komst van het nieuwe pensioenstelsel moeten er belangrijke keuzes worden gemaakt. SPT is een gesloten fonds, er komen geen nieuwe deelnemers meer bij. Daardoor mógen we overstappen naar het nieuwe pensioenstelsel, maar dat hoeft niet per se. Een werkgroep onderzoekt nu verschillende scenario’s, om te kijken wat voor onze deelnemers het meest gunstige is. En wat dit betekent voor de toekomst van ons fonds.
In die werkgroep zit het bestuur van SPT, de voorzitter van de Beroepspensioenvereniging (BPVT), enkele externe pensioendeskundigen en ikzelf. We zetten alle scenario’s op een rij en wegen de voor- en nadelen af. Dat doen we stap voor stap, waardoor er steeds minder scenario’s overblijven. De besluitvorming vindt plaats in samenspraak tussen bestuur en BPVT.
Goede discussies
Deze manier van werken vind ik heel prettig. We worden goed geïnformeerd en hebben binnen de werkgroep goede discussies. En ik heb genoeg ruimte tussendoor om er samen met de andere VO-leden goed over na te denken. Want ook hierin hebben wij adviesrecht. We kunnen straks dus aangeven dat we het niet eens zijn met het besluit. Maar ik kan me bijna niet voorstellen dat dat gebeurt. Ik heb er alle vertrouwen in dat we komen tot de best mogelijke beslissing voor onze deelnemers.
Goed om te weten: begin volgend jaar organiseren we informatiebijeenkomsten waarin we met deelnemers in gesprek gaan over de toekomst van het fonds in de huidige vorm, en wat dit voor hen betekent.