De toekomst van SPT
-
Kan SPT niet gewoon blijven zoals het is?
Dat is niet in het belang van de deelnemers.
In de huidige uitvoeringsvorm blijven de kosten en de kosten per deelnemer stijgen. Dat komt omdat de kosten voor het beheer stijgen. Onder andere door prijsstijgingen en omdat SPT aan steeds meer wettelijke eisen moet voldoen.
Daarnaast is de gemiddelde leeftijd van onze deelnemers hoog. De jongste deelnemer is ongeveer 60 jaar, de gemiddelde leeftijd van de gepensioneerden is ca. 72 jaar. Het aantal deelnemers gaat afnemen, waardoor de kosten per deelnemer hoger worden. Die (stijgende) kosten komen ten laste van het vermogen van SPT, waardoor er minder overblijft om pensioenen van te betalen.
Naast de kosten speelt ook dat SPT de aanwezige buffer binnen de huidige regeling maar beperkt als toeslag (indexatie) kan uitkeren aan de deelnemers. Ook daar speelt de (gemiddelde) leeftijd van de deelnemers een rol.
Overgaan naar een andere uitvoeringsvorm is dan in het belang van de deelnemers (lagere kosten en sneller kunnen verhogen van de pensioenen). -
Hoe lang kan SPT nog zelfstandig blijven bestaan?
Daar is geen vaste termijn voor te geven. SPT schat in dat het kantelpunt in ieder geval binnen 5 tot 10 jaar wordt bereikt. Dan worden o.a. de kosten per deelnemer naar verwachting hoger dan het bestuur acceptabel acht.
-
Welke keuzes heeft SPT?
SPT heeft de afgelopen tijd heel veel toekomstige scenario’s op een rijtje gezet en gekeken welke scenario’s in het belang van onze deelnemers kunnen zijn. Daar komen drie scenario’s uit die mogelijk voor SPT geschikt kunnen zijn:
- de pensioenen invaren in het vernieuwde pensioenstelsel;
- aansluiten bij een ander pensioenfonds of bij een algemeen pensioenfonds (APF), of
- de pensioenen overdragen aan een verzekeraar.
Deze hoofdrichtingen is SPT nu aan het onderzoeken.
-
Wat zijn de voor- en nadelen van het overdragen aan een verzekeraar of een ander pensioenfonds?
Elke keuze (invaren, overdragen aan een verzekeraar of aansluiten bij een ander pensioenfonds) heeft voor- en nadelen. Denk aan de mogelijkheden om de pensioenen te verhogen (indexeren) en/of het uitkeren van de buffer. Maar ook aan de zeggenschap die SPT nog heeft over de opzet van de regeling of de verdeling van de buffer. Die voor- en nadelen brengt SPT per keuze in kaart. In de bijeenkomsten en het webinar van januari 2024 krijgt u daar meer informatie over.
-
Wanneer moet SPT de keuze voor wel of niet invaren maken?
Pensioenfondsen moeten vóór 1 januari 2025 laten weten of ze de pensioenen willen invaren. Voor de algemene vergadering van deelnemers in de zomer van 2024 willen we de keuze helder hebben. Daarom krijgt u in de volgende deelnemersbijeenkomsten meer informatie over de verschillende scenario’s.
-
Moet SPT over naar het vernieuwde stelsel?
Voor een gesloten fonds als SPT is invaren in het nieuwe stelsel niet verplicht. SPT hoeft alleen ‘in te varen’ als er gekozen wordt om over te gaan naar een pensioenregeling binnen het nieuwe pensioenstelsel. Ook een keuze voor niet-invaren moet bij De Nederlandsche Bank (DNB) goed worden gemotiveerd.
-
Aan welke criteria moet een pensioenfonds of verzekeraar voldoen?
SPT vindt het belangrijk om een zo goed mogelijk resultaat te bereiken voor de deelnemers. En om het vermogen evenwichtig te kunnen verdelen onder de deelnemers. De komende tijd gaat SPT op basis van deze uitgangspunten criteria opstellen waar een verzekeraar of pensioenfonds aan moet voldoen.
-
Wat gebeurt er als een verzekeraar failliet gaat?
Alle verzekeraars staan onder toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB). DNB let onder andere op de financiële huishouding van verzekeraars. Bijvoorbeeld de risico’s die zij nemen en de buffers die ze daarbij aanhouden.
Komt een verzekeraar toch in de problemen, dan zal DNB inzetten op herstel. Daarbij zorgt DNB er bijvoorbeeld voor dat de verzekeringen blijven bestaan. Als een verzekeraar failliet gaat, wordt de portefeuille overgenomen door een andere verzekeraar. Dit kan wel grote gevolgen hebben voor de pensioenen. Daarom is het belangrijk om een betrouwbare partij te kiezen. -
Zijn andere pensioenfondsen of verzekeraars wel geïnteresseerd in SPT?
In de afgelopen maanden heeft SPT met verschillende partijen algemene gesprekken gehad. Hieruit is naar voren gekomen dat er belangstelling is voor SPT. Tijdens de informatiebijeenkomsten en het webinar in januari 2024 gaan we hier verder op in.
-
Nu zijn de kosten per deelnemer ongeveer € 400, wanneer wordt het kantelpunt bereikt?
Daar is geen vaste termijn voor te geven. SPT schat in dat het kantelpunt binnen 5 tot 10 jaar wordt bereikt. Dan worden o.a. de kosten per deelnemer naar verwachting hoger dan het bestuur acceptabel acht.
-
Kunnen we het fonds ook opheffen en het vermogen in één keer verdelen onder onze deelnemers?
Nee, dat kan niet volgens de wet. Daarin staat dat een pensioenfonds ervoor moeten zorgen dat de pensioenvoorziening voor iedereen gewaarborgd blijft. Met andere woorden: SPT mag niet in één keer een bedrag aan alle deelnemers uitkeren. Het pensioenfonds moet ervoor zorgen dat de pensioenen worden uitgekeerd aan pensioengerechtigden totdat ze overlijden. Wat SPT wel kan doen als het fonds wordt beëindigd, is het vermogen (ofwel buffer) gebruiken om de (toekomstige) pensioenen te verhogen.
-
Kunnen we slapers die weinig hebben opgebouwd, niet afkopen om de administratiekosten te verminderen?
Er zijn wettelijke regels voor de afkoop van pensioenen. Dat kan bijvoorbeeld alleen bij kleine pensioenen tussen € 2 en € 592,51 per jaar (cijfers 2024). Daarnaast gelden er nog enkele andere voorwaarden. De meeste kleine pensioenen zijn al afgekocht om administratiekosten te besparen.
-
Kunnen jullie bij de verschillende scenario’s ook aangeven wat deze betekenen voor individuele deelnemers? Bijvoorbeeld met een rekenvoorbeeld?
Zodra er definitieve scenario’s zijn, zullen er rekenvoorbeelden komen. Pas bij een definitieve overgang krijgt iedereen persoonlijk een overzicht van de oude en nieuwe aanspraken.
-
Kan een pensioenfonds failliet gaan?
Een pensioenfonds kan niet failliet gaan. De financiële gezondheid van een fonds wordt uitgedrukt in de dekkingsgraad: de bezittingen als percentage van de verplichtingen. Als deze boven de 100% ligt, is er voldoende in kas om de pensioenen te kunnen betalen. Als een pensioenfonds structureel een dekkingsgraad onder de 100% heeft, moeten op enig moment de pensioenen verlaagd worden. Daarmee dalen de verplichtingen. Zo kan het pensioenfonds de dekkingsgraad weer op peil brengen.
-
Vindt er ook indexatie plaats bij een verzekeraar?
Ja dat kan, als daarvoor gekozen wordt bij overstap naar een verzekeraar. Er kan dan gekozen worden voor:
- Een eenmalige verhoging van uw pensioenuitkering of pensioenaanspraak voor de rest van uw leven.
- Een jaarlijkse verhoging van uw pensioenuitkering of pensioenaanspraak met een vast dan wel variabel percentage.
Pensioenverzekeraars mogen het pensioen niet verlagen.
-
Met welke verzekeraar wordt er gesproken?
SPT is zich aan het oriënteren op de toekomst. De verschillende mogelijkheden worden op een rijtje gezet. Daarbij kijken we welke scenario’s in het belang van onze deelnemers kunnen zijn. In deze fase spreekt het fonds nog niet met specifieke verzekeraars of pensioenfondsen.
-
Is het pensioenfonds van huisartsen geen goede optie?
SPT is zich aan het oriënteren op de toekomst. De verschillende mogelijkheden worden op een rijtje gezet. Daarbij kijken we welke scenario’s in het belang van onze deelnemers kunnen zijn. In deze fase spreekt het fonds nog niet met specifieke verzekeraars of pensioenfondsen zoals het pensioenfonds van huisartsen.
-
Kan onze regeling wel op een of andere manier overgedragen worden in bijvoorbeeld een APF?
SPT is zich aan het oriënteren op de toekomst. De verschillende mogelijkheden worden op een rijtje gezet. Daarbij streven we ernaar dat de kenmerken van het SPT-pensioen zoals de flexibiliseringsmogelijkheden, het partnerpensioen en de pensioenleeftijd van 65 jaar, overgenomen worden door een nieuwe partij.
-
Is het mogelijk om met andere gesloten pensioenfondsen samen te werken?
SPT is zich aan het oriënteren op de toekomst. De verschillende mogelijkheden worden op een rijtje gezet. Daarbij wordt ook gekeken of aansluiting bij een ander (gesloten) pensioenfonds mogelijk is.
-
Hebben jullie als bestuur een voorkeur voor één van de keuzemogelijkheden?
SPT is zich aan het oriënteren op de toekomst. De verschillende mogelijkheden worden op een rijtje gezet. Daarbij kijken we welke scenario’s in het belang van onze deelnemers kunnen zijn. Het bestuur gaat voor het scenario dat het meest in het belang van onze deelnemers is.
-
Is revitalisatie van SPT ook een optie?
SPT kan niet meer opengesteld worden voor nieuwe deelnemers. SPT is al te lang een gesloten fonds.
-
Verzekeraars geven een lagere gegarandeerde uitkering dan pensioenfondsen. Klopt dat?
Dat klopt niet. Er spelen hier, naast kosten en verwacht rendement, ook zaken zoals snelheid van uitkeren van de buffer en mate van zekerheid over de hoogte van het pensioen mee. Wat een bepaald scenario betekent voor de hoogte van de uitkeringen en aanspraken, neemt SPT mee in de beoordeling van de scenario’s.
-
Als ik nu pensioen opbouw bij een ander pensioenfonds, kan ik dan mijn opgebouwde pensioen van SPT overdragen naar dat andere pensioenfonds?
U kunt uw pensioen overdragen naar uw nieuwe pensioenfonds, mits u aan de voorwaarden voldoet. Het overdragen van pensioen heet waardeoverdracht. Check bij uw nieuwe pensioenfonds wat de mogelijkheden zijn voor waardeoverdracht.
-
Is het mogelijk om over te stappen naar een vorm van banksparen?
Deze mogelijkheid is er niet. Bij overdracht van de uitkeringen en aanspraken naar andere uitvoeringspartijen moet SPT zich houden aan de wettelijke voorschriften. Banksparen behoort niet tot de wettelijke mogelijkheden.
-
Is het mogelijk om de opgebouwde aanspraken te storten op een individuele pensioenspaarrekening?
Deze mogelijkheid is er niet. Bij overdracht van de uitkeringen en aanspraken naar andere uitvoeringspartijen moet SPT zich houden aan de wettelijke voorschriften. Individuele pensioenspaarrekeningen behoren niet tot de wettelijke mogelijkheden.
-
Wat is fluctuatie? Stel, er wordt 90% gegarandeerd en de rest is fluctuerend is dat te overzien?
Met fluctuatie wordt bedoeld dat het pensioen hoger of lager kan worden afhankelijk van het beleggingsbeleid en de ontwikkeling van de economie.
-
Is de uitkering voor de na overlijden achterblijvende partner in alle gevallen hetzelfde (70%)?
Bij de overgang naar een andere pensioenuitvoerder is het uitgangspunt dat bestaande afspraken onveranderd blijven. Het huidige pensioenreglement zal zoveel mogelijk worden overgenomen.
-
Staat de hoge levensverwachting van de deelnemers een overgang naar een APF in de weg?
Dat speelt geen rol. De hogere levensverwachting van deelnemers van SPT is al in de dekkingsgraad van SPT verwerkt.
-
Gaat bij overgang naar een verzekeraar het ouderdomspensioen over naar de nabestaanden bij overlijden van de gepensioneerde?
Bij overlijden van een gepensioneerde wordt partnerpensioen aan de partner uitgekeerd mits aan de voorwaarden is voldaan. Het ouderdomspensioen stopt.
-
Waarom moet bij overgang naar een APF meer dekkingsgraad worden aangehouden dan bij een verzekeraar?
Een APF houdt een buffer aan om toekomstige kosten of onverwachte omstandigheden op te vangen en bewegingen in uitkeringen te dempen of bepaalde risico’s te delen. De buffer verschilt per APF. Een verzekeraar garandeert de hoogte van de uitkering en heeft bij de bepaling van die hoogte al rekening gehouden met de mogelijke effecten van die risico’s.
-
Wat zijn de voor- en nadelen van een verzekeraar, een APF en van een beroeps- of bedrijfstakpensioenfonds?
Deze vraag gaat SPT in een later stadium beantwoorden.
Invaren
-
Wat is invaren?
Invaren is de term die wordt gebruikt voor het omzetten van bestaande pensioenuitkeringen en pensioenaanspraken naar pensioenuitkeringen en pensioenaanspraken die passen binnen het nieuwe pensioenstelsel (Wet toekomst pensioenen). Na het ‘invaren’ gelden de regels van het nieuwe pensioenstelsel ook voor de bestaande pensioenuitkeringen en pensioenaanspraken.
-
Moeten we invaren?
Voor een gesloten fonds als SPT is invaren in het nieuwe stelsel niet verplicht. SPT hoeft alleen ‘in te varen’ als er gekozen wordt om over te gaan naar een pensioenregeling binnen het nieuwe pensioenstelsel. Ook een keuze voor niet-invaren moet bij De Nederlandsche Bank (DNB) goed worden gemotiveerd.
-
Wat gebeurt er als we niet invaren?
Als SPT niet gaat invaren, blijven de bestaande pensioenuitkeringen en pensioenaanspraken onder het huidige pensioenstelsel, met de huidige wettelijke regels, vallen. Ook in dat geval denkt SPT na over een andere uitvoeringsvorm (zie de vragen onder ‘Toekomst SPT’).
-
Wat zijn de kosten voor het invaren?
Bij invaren krijgt een fonds te maken met eenmalige kosten nodig voor bijvoorbeeld de inrichting van de nieuwe administratie en voor het voldoen aan de wettelijke eisen die aan de besluitvorming worden gesteld (adviezen, berekeningen, communicatie etc.) Ook aan de overgang naar andere uitvoeringsvormen zijn eenmalige kosten verbonden. Het is nog niet bekend hoe hoog de verschillende kosten zijn.
-
Blijft bij invaren de leeftijd op 65 of wordt het 67?
Dat is nu nog niet bekend. Maar u kunt altijd met 65 jaar met pensioen indien u dat wilt.
-
Hoe veranderen de rechten bij het invaren in een nieuw stelsel?
De ‘spelregels’ binnen het nieuwe pensioenstelsel zijn anders dan die onder het huidige pensioenstelsel. Op de site van de overheid pensioenduidelijkheid.nl staat uitgelegd wat de verschillen zijn.
-
Wat betekent het invaren voor individuele deelnemers?
Dat kunnen we nu nog niet zeggen. Als SPT besluit om in te varen, krijgt u ongeveer een half jaar vóór het moment van invaren, een persoonlijke pensioenberekening. Daarin ziet u hoeveel pensioen u hebt opgebouwd in de huidige regeling. U krijgt ook een berekening van uw pensioen volgens de nieuwe regels.
-
Wat gebeurt er met de nabestaandenpensioenen?
Voor het nabestaandenpensioen gelden dezelfde regels als voor het ouderdomspensioen.
-
Ik wil liever geen kans lopen op korting van mijn huidige pensioenuitkering. Ik kies voor een vaste pensioenuitkering in de toekomst. Welke keuze moet ik maken, vóór of tegen invaren?
U kunt niet individueel een keuze voor of tegen invaren maken. SPT en BPVT nemen de mening van de deelnemers mee in de te maken keuzes door SPT en BPVT. In februari 2024 komt er een deelnemersonderzoek waarin u uw mening kunt geven. In de bijeenkomsten en het webinar van januari 2024 krijgt u meer informatie over de voor- en nadelen van de keuzes.
-
Hoe hoog zijn de extra kosten voor het invaren ten opzichte van het oude pensioenstelsel? En wie betaalt dat?
De hoogte van de kosten voor het invaren zijn nu nog niet bekend. Ook bij overgang naar andere uitvoeringspartijen zijn extra kosten verbonden. Het bestuur probeert daar zo snel mogelijk zicht op te krijgen.
De kosten voor zowel invaren als een overdracht naar een andere pensioenuitvoerder komen ten laste van SPT. -
Is bij invaren het risico niet te groot dat de uitkeringen worden bevroren of verlaagd?
In het nieuwe pensioenstelsel kan de buffer van SPT bij de start van het invaren makkelijker worden gebruikt voor verhoging van de pensioenen dan onder het huidige pensioenstelsel. In het nieuwe stelsel zijn de pensioenen afhankelijk van beleggingsbeleid en ontwikkeling van de economie. Verhoging en verlaging kan daardoor eerder plaatsvinden. De mate van fluctuatie is afhankelijk van het beleid van het pensioenfonds. Een pensioenfonds kan er ook voor kiezen pensioengerechtigden de keuze te geven voor een vaste uitkering. Het pensioen beweegt dan niet mee met het beleggingsbeleid en de economie.
-
Is liquidatie van SPT mogelijk?
Liquidatie, in de zin van het opheffen van SPT en het uitkeren van het vermogen in één keer, is wettelijk niet toegestaan. Ook in de toekomst blijven de pensioenen levenslang uitgekeerd.
Bij een collectieve waardeoverdracht van de uitkeringen en aanspraken naar een nieuwe pensioenuitvoerder wordt SPT geliquideerd. -
Ben je bij het invaren de zeggenschap over de buffer kwijt?
Bij de overgang van SPT naar een andere pensioenuitvoerder wordt bij zowel invaren als niet invaren de huidige buffer (groten)deels gebruikt voor verhoging van de uitkeringen en aanspraken. Na de overgang is er geen zeggenschap meer, maar dan heeft de verdeling van de huidige buffer over de deelnemers al plaatsgevonden.
-
Wat gebeurt er als SPT invaart bij een ander pensioenfonds dat een lagere of hogere dekkingsgraad heeft?
Bij keuze voor invaren gaat SPT eerst als fonds invaren in het nieuwe pensioenstelsel. Na invaren is er geen sprake meer van een dekkingsgraad en zal dit onderwerp bij de overgang naar een ander fonds niet meer aan de orde zijn.
Buffer
-
Als SPT eindigt, wat gebeurt er dan met de buffer?
Ook na het toekennen van de (inhaal)toeslag per 31 december 2023 staat SPT er met een dekkingsgraad van ca. 125% goed voor. SPT heeft dus een ‘overwaarde’ of buffer van ca. 25%. Bij de toekomstscenario’s wordt onder andere gekeken hoe deze buffer kan worden uitgekeerd aan de deelnemers. Bijvoorbeeld in de vorm van hogere (toekomstige) pensioenen.
-
Hoe wordt de buffer verdeeld?
Het verdelen van de buffer gaat altijd in de vorm van hogere (toekomstige) pensioenen. Dus niet in de vorm van eenmalige uitkeringen. Als de buffer wordt verdeeld, kijkt SPT goed hoe dat zo eerlijk mogelijk kan gebeuren voor alle deelnemers. Dat noemen we ‘evenwichtig’. Hoe de buffer precies wordt verdeeld, als directe verhoging van de pensioenen of als indexatie in de loop van de tijd of als een combinatie daarvan, is nu nog niet bekend.
-
Wat gebeurt er met de buffer als de laatste deelnemer is overleden?
SPT streeft ernaar om de buffer niet vast te laten zitten in het fonds, maar om deze uit te keren aan de deelnemers in de vorm van hogere (toekomstige) pensioenen. In het onderzoek naar toekomstscenario’s is de mogelijkheid voor het uitkeren van de buffer daarom een belangrijk criterium.
-
Waar is de buffer voor nodig na transitie en hoe hoog is de buffer?
Bij een pensioenfonds is een buffer nodig voor technische kosten, onvoorziene omstandigheden en om te voorkomen dat er gekort wordt op de pensioenen. De hoogte van een buffer verschilt per pensioenfonds. SPT heeft momenteel een buffer van circa 25%. Deze buffer kan bij invaren of overgang naar een verzekeraar voor een groot deel worden gebruikt voor verhoging van de uitkeringen en aanspraken. Na invaren bij een pensioenfonds is de buffer aanmerkelijk verkleind. Na overgang naar een verzekeraar is er geen buffer meer omdat die vrijwel volledig wordt ingezet voor verhoging van de pensioenen.
-
De buffer komt ten goede aan het verhogen van de aanspraak. Wat betekent dat?
Met de buffer van SPT wordt uw pensioen verhoogd gedurende de rest van uw leven.
-
Wordt de buffer uitgekeerd aan pensioengerechtigden en alle andere deelnemers van het fonds?
Ja, de buffer komt ten goede aan alle deelnemers. Ook aan pensioengerechtigden met een nabestaandenpensioen.
-
Maakt het verschil voor het uitkeren van de buffer of SPT naar een verzekeraar of naar een pensioenfonds overgaat?
Ja, bij de overgang naar een verzekeraar kan de buffer eerder worden uitgekeerd omdat voor aansluiting bij een ander fonds nog enkele jaren moet worden gewacht. Fondsen willen eerst zelf de overgang naar het nieuwe stelsel gerealiseerd hebben. Daarnaast kan bij een verzekeraar een groter gedeelte van de buffer worden uitgekeerd omdat deze - in tegenstelling tot een pensioenfonds - geen buffer hoeft aan te houden. De buffer is verwerkt in de koopsom.
-
Kan SPT aangeven in welke mate de uitkering gaat fluctueren bij een variabele uitkering?
Dat is nog niet exact aan te geven.
-
Wanneer is het geld op in de buffer?
Bij overgang naar een andere pensioenuitvoerder wordt de buffer direct gebruikt om de uitkeringen en aanspraken te verhogen. Bij een pensioenfonds gaat ook een (klein) gedeelte naar een nieuwe buffer. De bestaande buffer is er dan niet meer.
De eventuele verhoging van uitkeringen en aanspraken is levenslang. -
Hebben economische ontwikkelingen effect op de kosten of buffer?
Ja, economische ontwikkelingen hebben bij een pensioenfonds effect op de kosten van een pensioenfonds en op een eventuele buffer. Denk hierbij aan inflatie die voor een verhoging van kosten zorgt. Of ontwikkelingen op de financiële markten die effect hebben op het pensioenvermogen en/of de pensioenverplichtingen en daarmee op de hoogte van de buffer.
Besluitvorming
-
Op welke manier kunnen deelnemers hun mening geven?
SPT vindt het belangrijk dat deelnemers hun mening kunnen geven over de scenario’s. We nodigen u dan ook uit om uw vragen te stellen of uw mening te geven via infofonds@spt.nl. Tijdens het webinar van 13 december werd hier al veel gebruik van gemaakt. In januari 2024 organiseert SPT ook weer deelnemersbijeenkomsten, waarin u meer informatie krijgt. Daarna zal SPT u om uw mening vragen via een deelnemersonderzoek.
-
Heeft het gevolgen voor de toekomst als er te weinig deelnemers aanwezig zijn bij de Algemene Leden Vergadering of meedoen aan het deelnemersonderzoek?
In de statuten van de Beroepspensioenvereniging Tandartsen en Tandarts-specialisten (BPVT) is aangegeven dat de Algemene Ledenvergadering van BPVT een besluit neemt bij meerderheid van stemmen ongeacht het aantal aanwezigen.
Voor besluitvorming over een invaarverzoek of collectieve waardeoverdracht zijn alle bestuurlijke adviserende organen van SPT nodig. Het verantwoordingsorgaan (VO) heeft adviesrecht, Raad van Toezicht (RvT) heeft goedkeuringsrecht en het bestuur neemt een besluit na raadpleging BPVT, advies VO en goedkeuring RvT.
Beleggen
-
Waarom belegt het SPT maar weinig in aandelen, terwijl aandelen op de lange termijn het beste presteren?
De gemiddelde leeftijd van de deelnemers bij ons fonds is 72 jaar. Daarom kiest SPT ervoor om zo min mogelijk risico’s te nemen bij het beleggen. Als de aandelenkoersen flink zouden dalen, geeft dat kans op korten. Bovendien is er ook weinig tijd om te kunnen herstellen van de gedaalde koersen.
-
De volatiliteit van obligaties is zoveel groter waarom dan toch obligaties. Is dat opgelegd door DNB?
Het beleggen in obligaties is geen voorschrift van DNB, maar wel een bewuste keuze zoals vastgelegd het beleggingsbeleid van SPT.
De belangrijkste redenen om te beleggen in obligaties zijn:- Obligaties zorgen onder andere voor renteafdekking: als de rente daalt, dan stijgen de pensioenverplichtingen. Maar ook de waarde van de obligaties stijgt dan. Het omgekeerde is ook het geval.
- Staatsobligaties van West-Europese landen zijn ‘veilige beleggingen’ met weinig risico.
De hoogte van het pensioen
-
Wat is de nominale pensioenaanspraak?
De nominale pensioenaanspraak is de hoogte van het pensioen dat u hebt opgebouwd. Met andere woorden: het is het pensioen dat u krijgt als u met pensioen gaat. In dat bedrag is geen rekening gehouden met eventuele jaarlijkse toekomstige verhogingen.
-
Hoe wordt de nominale aanspraak berekend?
Tot 1997 (het jaar waarin SPT een gesloten pensioenfonds werd) werden er jaarlijks pensioenaanspraken ingekocht vanuit individuele pensioenafdrachten. Het totaal van de jaarlijks ingekochte bedragen vormen de nominale aanspraken. Deze nominale aanspraken zijn daarna nog verhoogd of verlaagd met toeslagen en kortingen.
-
Hoe zit het dan met de korting op de pensioenen in het verleden? Dan is het nominale pensioen toch minder geworden?
De kortingen in het verleden zijn in mindering gebracht op de uitkeringen en aanspraken. De nominale aanspraak is daarmee lager geworden. Bij toeslagverleningen zijn de nominale aanspraken verhoogd.
-
SPT heeft de ambitie om de pensioenen elk jaar met 1,15% te verhogen. Hoe komt dat percentage tot stand?
De toeslag van 1,15% is in 2016 overeengekomen met de BPVT en vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst. De ambitie van 1,15% is gebaseerd op het verwachte meerrendement op de beleggingsportefeuille, namelijk:
- 5% verwacht meerrendement op aandelen x 20% allocatie leidt tot +1,00% meerrendement
- 1% verwacht meerrendement op obligaties x 15% allocatie leidt tot +0,15% meerrendement
- Totaal dus een verwacht meerrendement van 1,15%.
- De verwachte meerrendementen op aandelen en obligaties worden door De Nederlandse Bank (DNB) jaarlijks vastgesteld.
-
Komt de 1,15% bovenop de inflatiecorrectie?
SPT kent geen ambitie voor inflatiecorrectie. De toeslagambitie van SPT is 1,15% per jaar. Daarnaast streven we ernaar om inhaaltoeslagen (of inhaalindexaties) toe te kennen, voor zover dat mogelijk is.
-
Wanneer zijn we de 10,1 % per 2011 ingehaald?
Dat is nu nog niet bekend. Toe te kennen inhaaltoeslagen zijn afhankelijk van de hoogte van de beleidsdekkingsgraad. Vanaf 2018 heeft SPT jaarlijks een toeslag kunnen verlenen, vanaf 2022 zijn ook inhaaltoeslagen verleend.
-
Een uitkering kan hoger of lager worden in het nieuwe pensioenstelsel. Wat betekent dat?
Dit betekent dat het pensioen niet vaststaat, maar afhankelijk is van de beleggingsresultaten en de ontwikkelingen in de economie. Gaat het goed, dan worden de pensioenen verhoogd. Maar als het slecht gaat, kunnen ze ook lager worden.
Het verhogen of verlagen van pensioenen is overigens wel aan regels gebonden. Pensioenfondsen zetten maar een deel van het vermogen in op beleggingen. Daarnaast zal er altijd een buffer zijn die de grootste verschillen opvangt. -
Wat is nu een gemiddelde uitkering per deelnemer?
Het gemiddeld pensioen bij SPT bedraagt € 14.500 per jaar. De uitkering varieert per deelnemer. Oudere deelnemers hebben vaak een hoger pensioen opgebouwd dan jongere deelnemers. Ook het type praktijk van de deelnemer speelt een rol. Een tandarts die een praktijk had met veel ziekenfondspatiënten heeft waarschijnlijk een hogere pensioenopbouw gehad dan een tandarts in een praktijk met weinig ziekenfondspatiënten.
-
Wat zijn de fiscale gevolgen van een eenmalige verhoging?
Een eenmalige verhoging betekent dat uw pensioenuitkering of pensioenaanspraak eenmalig wordt verhoogd voor de rest van uw leven (dit betreft geen eenmalige uitkering). Over de pensioenuitkering wordt inkomstenbelasting geheven. Eventuele andere fiscale gevolgen zoals veranderingen in diverse toeslagen, zijn afhankelijk van de persoonlijke situatie van de deelnemer.
-
Is het zeker dat de Wet toekomst pensioenen wordt uitgevoerd gezien de politiek op dit moment?
De Wet toekomst pensioenen is per 1 juli 2023 van kracht en wordt daarmee uitgevoerd. De politiek kan uiteraard nog wijzigingen aanbrengen.
-
Hoe gaat het beleggingsbeleid bij een verzekeraar?
Dat verschilt per verzekeraar. Na overgang naar een verzekeraar, bestaat SPT niet meer en heeft SPT daar niets over te zeggen. Kenmerkend voor een verzekeraar is een prudent beleggingsbeleid. Dat betekent dat beleggingen moeten voldoen aan beginselen van veiligheid, kwaliteit en risicodiversificatie. Dit lijkt op het huidige beleggingsbeleid van SPT.
-
Is naast een eenmalige hogere uitkering of jaarlijks indexeren ook mogelijk om dit te splitsen? Dus een iets lagere eenmalige hogere uitkering + jaarlijks indexeren?
Deze mogelijkheid wordt meegenomen in het onderzoek naar een nieuwe uitvoerder.
-
Levert het gemiddelde van een variabele uitkering meer op dan een vaste uitkering?
Dat hangt af van het beleggingsbeleid, de economische ontwikkeling en de levensverwachting van de deelnemer.
-
Wat zijn de kosten als gekozen wordt voor een verzekeraar?
Daar is momenteel nog geen uitspraak over te doen. Zeker is dat na overgang de uitvoeringskosten lager worden.
Dekkingsgraad
-
Wordt de dekkingsgraad bij ons pensioenfonds niet juist hoger doordat er steeds minder deelnemers komen?
De dekkingsgraad is het pensioenvermogen gedeeld door de pensioenverplichtingen. De dekkingsgraad is met name afhankelijk van de rente en de ontwikkeling van de beleggingen. Hoe deze zich ontwikkelen in de toekomst, is niet bekend. Het aantal deelnemers neemt inderdaad af in de komende jaren. Daardoor zullen de pensioenverplichtingen in de komende jaren dalen en de dekkingsgraad zal dan stijgen.
-
Waarom mag SPT op dit moment bij een dekkingsgraad van 125% een heel beperkt gedeelte uitkeren?
In de huidige wetgeving is opgenomen dat bij een beleidsdekkingsgraad hoger dan 110% toeslag verleend kan worden. Gegeven de toeslagambitie van SPT kan dan een toeslag worden gegeven van maximaal 1,15%, maar nooit meer dan conform de rekenregels van het wettelijk kader toekomstbestendig toegekend kan worden. De beleidsdekkingsgraad waarbij een volledige toeslag mogelijk is, was eind september 2023 gelijk aan 119,08%. Bij deze dekkingsgraad mag SPT 1,15% uitkeren. Omdat de werkelijke beleidsdekkingsgraad toen hoger was, kon een volledige toeslag van 1,15% gegeven worden.
Inhaaltoeslag
Eind september 2023 was de feitelijke beleidsdekkingsgraad ruim 125%. Het verschil tussen deze beleidsdekkingsgraad en de beleidsdekkingsgraad die nodig is voor het verlenen van de toeslag van 1,15% kan gebruikt worden voor het verlenen van een inhaaltoeslag. Hiervan mag volgens de wet één vijfde ingezet worden voor het verlenen van een inhaaltoeslag.
Algemene vragen over SPT
-
Wat zijn de kenmerken van SPT op dit moment?
SPT is sinds 1997 een gesloten fonds. Dat betekent dat er al 25 jaar geen nieuwe deelnemers bijkomen en er al 25 jaar geen nieuwe pensioenopbouw meer plaatsvindt.
Het fonds telt ongeveer 6.000 deelnemers. De gemiddelde leeftijd ligt boven de 70 jaar. Ruim 77% van onze deelnemers ontvangen al een pensioen van ons, 23% nog niet. Deze deelnemers noemen we ‘slapers’. De meeste slapers gaan binnen 5 jaar ook met pensioen. In het verkorte jaarverslag van 2022 leest u er meer over.
Informatie voor deelnemers
-
Kan ik het webinar terugkijken?
Op 13 december en op 31 januari waren er webinars over de toekomst van SPT. Hebt u de online seminars niet kunnen bijwonen? Bekijk ze dan terug:
-
Komen er nog meer bijeenkomsten over de toekomst van SPT?
SPT wil alle deelnemers goed informeren over de stappen die SPT kan zetten. Daarom organiseren we in april wederom een webinar. U krijgt hier voorafgaand een uitnodiging voor. Het bestuur van SPT hoopt u te ontmoeten bij dit webinar.
Definities
-
Wat betekent 'buffer', 'invaren' en 'slaper'?
Buffer
SPT heeft een voorziening pensioenverplichtingen. Deze ‘pot’ is bedoeld om de huidige en toekomstige pensioenuitkeringen te betalen. SPT heeft een voorziening die ca. 25% meer is dan nodig: voor iedere euro pensioen is ca. 1,25 euro beschikbaar. Dit meerdere noemen we de buffer.
Invaren
Het omzetten van bestaande pensioenuitkeringen en pensioenaanspraken naar pensioenuitkeringen en pensioenaanspraken die passen binnen het nieuwe pensioenstelsel (Wet toekomst pensioenen). Na het ‘invaren’ gelden de regels van het nieuwe pensioenstelsel ook voor de bestaande pensioenuitkeringen en pensioenaanspraken.
Slaper
Deelnemer van SPT van wie de pensioenuitkering nog niet is ingegaan.
Meer definities vindt u op de pagina Begrippen.