Per 1 januari 2019 zijn er wijzigingen in uw pensioen. Dit betreft wijzigingen in het bruto en het netto bedrag van uw pensioen. We leggen graag uit welke wijzigingen dat zijn.
Wijzigingen in het bruto bedrag van uw pensioen
Uw pensioen is verhoogd
De prijzen stijgen elk jaar. Daarom probeert SPT uw pensioen elk jaar te verhogen. Zo behoudt uw pensioen zijn waarde. Per 1 januari 2019 hebben wij uw pensioen verhoogd met 0,67%.
Meer informatie over het verhogen van uw pensioen vindt u op onze website.
Wijzigingen in het netto bedrag van uw pensioen
1. Zorgverzekeringswet (Zvw)
U betaalt zelf zorgpremie aan uw zorgverzekeraar. Daarnaast houden wij een bijdrage Zvw in op uw bruto pensioen. De hoogte van deze bijdrage hangt af van uw inkomen.
De bijdrage Zvw is in 2019 gestegen naar 5,70%. In 2018 was dit 5,65%. Dit betekent dat wij per 1 januari 2019 meer bijdrage Zvw inhouden op uw pensioen. De Zvw-bijdrage wordt ingehouden over het maximale bedrag van € 55.927. In 2018 bedroeg dit maximum € 54.614.
2. Loonheffing
U betaalt loonheffing (loonbelasting en premie volksverzekeringen) over uw pensioen. De hoogte van deze loonheffing hangt af van uw situatie:
- Hoe hoger uw pensioen, des te meer belasting u betaalt.
- Tot aan uw AOW-leeftijd betaalt u meer belasting.
Over uw pensioen tot € 20.384 gaat u iets meer loonheffing betalen. Over het bedrag daarboven iets minder. Dus afhankelijk van uw inkomen en van de loonheffingskorting (zie hieronder) gaat uw netto pensioen omhoog of omlaag. Op de betaalspecificatie die u hebt ontvangen, ziet u hoeveel loonheffing wordt ingehouden op uw pensioen. De tarieven vindt u in de Nieuwsbrief Loonheffingen 2019 van de Belastingdienst.
3. Loonheffingskorting
U hebt recht op loonheffingskorting. Dit is een korting op de belasting die u moet betalen over uw inkomen. U mag de loonheffingskorting op één inkomen laten toepassen. Op de betaalspecificatie ziet u of wij op uw pensioen de loonheffingskorting toepassen. De loonheffingskorting kan uit 2 delen bestaan:
a. Algemene heffingskorting
Hoe hoger uw inkomen, hoe lager de algemene heffingskorting. De maximale algemene heffingskorting is:
- € 1.268 als u een AOW-pensioen ontvangt;
- € 2.477 als u nog geen AOW-pensioen ontvangt.
b. Ouderenkorting
Als u een AOW-pensioen ontvangt, hebt u recht op ouderenkorting. Hoe hoger uw inkomen, hoe lager de ouderenkorting. De maximale ouderenkorting is € 1.596.