Voorzitter Han Verhoeven blikt terug op het VO-advies over de CWO

Een paar jaar geleden is de werkgroep toekomst SPT opgezet. Iedereen wordt steeds ouder, de kosten worden hoger en dit riep de vraag op: hoe ziet de toekomst van ons pensioenfonds SPT eruit? Het Verantwoordingsorgaan (VO) werd door het bestuur uitgenodigd om geïnformeerd te worden en advies te geven over onder andere de collectieve waardeoverdracht (CWO).

Een paar jaar geleden is de werkgroep toekomst SPT opgezet. Iedereen wordt steeds ouder, de kosten worden hoger en dit riep de vraag op: hoe ziet de toekomst van ons Pensioenfonds SPT eruit? Vervolgens kwam de nieuwe Wet toekomst pensioenen (Wtp), waarover belangrijke besluiten moesten worden genomen. Gaat men wel of niet invaren? Welke besluiten gaan we nemen over de Wtp? Het Verantwoordingsorgaan (VO) werd door het bestuur uitgenodigd om geïnformeerd te worden en advies te geven over onder andere de collectieve waardeoverdracht (CWO). Het VO is vanaf het begin betrokken geweest bij dit proces. De keuzes die gemaakt moesten worden, werden door het informatieproces als een trechter gefilterd om tot een advies te komen.

Het VO heeft zich gericht op de onderbouwing van het advies. Een traject van vergaderingen en berekeningen ging vooraf om goed inzicht te krijgen in de samenstelling van de deelnemers. De 60+ deelnemers hebben in een kortere periode een kleiner pensioen opgebouwd dan de 80+ deelnemers. Voorzitter Han Verhoeven licht toe hoe het advies over de collectieve waardeoverdracht (CWO) tot stand is gekomen: “Ons advies is om zo snel en zoveel mogelijk van de buffer bij de deelnemers uit te keren. Dit sluit ook aan bij de resultaten van de deelnemersenquête, waarin dit duidelijk naar voren kwam. De Raad van Toezicht heeft het advies beoordeeld en het dossier ligt inmiddels bij De Nederlandsche Bank.

Onze rol in het adviestraject was goed luisteren en samen met de leden van het VO alles uitgebreid bespreken om te bepalen welke kant we op gaan. We waren zorgvuldig geïnformeerd door het bestuur en Sprenkels, die het bestuur goed hebben ondersteund met alle berekeningen en onderbouwingen. Het hele traject is soepel verlopen en we zijn er heel positief over. We zijn blij met een harmonieuze samenwerking. Ieder zijn eigen taak en rol, waarbij we vooral kritisch blijven. Er is in dit geheel één belangrijk doel en dat is het belang voor de deelnemers; dat zij een zo hoog mogelijk pensioen ontvangen. Dat houden we gezamenlijk scherp in de gaten.”