Pensioen is een ruim begrip. Meestal bedoelen we met pensioen het inkomen dat u ontvangt vanaf het moment dat u stopte met werken. U ontvangt pensioen:
- van de overheid
- van één of meer pensioenfonds(en) en/of -verzekeraars
- van een bank of verzekeraar als u zelf hebt gespaard voor extra pensioen
1. Overheid
Vanaf het moment dat u stopte met werken, had u in principe geen inkomsten meer. Nu is het in Nederland in de wet geregeld dat mensen meestal een uitkering krijgen:
- als ze met pensioen gaan,
- als ze arbeidsongeschikt raken, of
- als hun partner overlijdt.
Deze wettelijke uitkeringen zijn:
- AOW Afkorting voor Algemene Ouderdomswet. Op grond van deze wet ontvangt u vanaf een bepaalde leeftijd een ouderdomspensioen van de overheid.
- WIA Afkorting voor Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Een uitkering van de overheid voor mensen die arbeidsongeschikt zijn.
- Anw Uitkering die uw partner mogelijk krijgt van de overheid als u komt te overlijden.
Voor alle 3 de uitkeringen gelden voorwaarden. Wilt u weten of u in aanmerking komt voor één van deze uitkeringen? Lees dan de informatie op de website van de Sociale Verzekeringsbank of UWV.
2. Pensioenfonds
Als tandarts of tandarts-specialist bouwde u tot 1 januari 1996 verplicht aanvullend pensioen op bij de beroepspensioenregeling van Pensioenfonds Tandartsen en Tandarts-specialisten (SPT). Nu u met pensioen bent, ontvangt u een aanvullend pensioen van ons pensioenfonds.
SPT is een gesloten fonds. Dat betekent dat deelnemers geen premie meer betalen en dat er sinds 1996 ook geen nieuwe deelnemers meer worden toegelaten tot het pensioenfonds.
3. Bank of verzekeraar
Misschien hebt u zelf extra pensioen geregeld toen u nog werkte. Misschien hebt u bij gespaard, belegd of een aanvullende verzekering afgesloten. Koopsompolissen en lijfrentes zijn hier voorbeelden van. Als u dit hebt gedaan, krijgt u extra inkomen van uw bank of verzekeraar.